Al in haar buik voelde zij zijn wiebelbilletjes. Regelmatig was het een drukte van belang in haar buik en verbaasde het haar hoe flexibel haar buik mee bewoog op de wiebelbillen van haar kindje wat in haar buik groeide. Toen haar zoontje eenmaal geboren was, kende zij deze eigenschap daarom door en door. Hem even zijn gang laten gaan waardoor hij door te wiebelen de energie die hij in- en om zich heen ervoer als het ware uit zichzelf liet stromen, werkte bij hem het beste.
Taakjes om tot rust te komen
Toen hij eenmaal begon te lopen, lukte het haar daarom niet altijd hem stil op zijn billen te laten zitten. Als je nu denkt dat hij een zeer druk kind is, dan spreekt zij dit direct tegen. Want dat is hij niet. Hij kan zich goed focussen en concentreren wanneer hij bezig is met iets wat hem boeit, bijvoorbeeld tijdens een voetbalwedstrijd of wanneer hij als kind met de lego speelde. Maar zodra hij op school of thuis aan tafel zat, hield hij het niet vol om langer dan 10 minuten stil te zitten.
Dat je aan tafel moet blijven zitten tot je bord leeg is, heeft zij al snel bij hem opgegeven. In plaats daarvan gaf zij hem tussen het eten door kleine ‘opdrachtjes’ om even een extra onderzetter te pakken of de karaf water bij te vullen. Op die manier kon hij zich weer even bewegen waarna hij weer rustig aan tafel ging zitten om de maaltijd voort te zetten.
Deze ‘gebruiksaanwijzing’ heeft zij al vroeg meegegeven aan de leerkrachten van zijn basisschool. Wanneer haar zoon gaat wiebelen en draaien, laat hem dan bijvoorbeeld even een rondje om zijn tafel lopen of geef hem bijvoorbeeld een klusje te doen en hij zal daarna weer rustig aan zijn tafeltje gaan zitten. Daarnaast bleek het goed te werken wanneer haar zoon mocht staan in plaats van zitten tijdens het maken van opdrachten. Door te staan, kon zijn energie in beweging blijven terwijl wanneer hij zat, de energie in hem stagneerde.
Onrust en (hoog)gevoeligheid
De onrust die op een bepaald moment bij dit jongetje ontstaat komt voort uit zijn (hoog)gevoeligheid. Hierdoor pikt hij onbewust emoties/energieën op van anderen mensen uit zijn omgeving. Dit werkt als een soort batterij.
Gedurende de dag laden kinderen die (hoog)gevoelig zijn zich op met de energieën van andere mensen uit hun omgeving. Wanneer de batterij vol is of de emotie(s)/energie(en) is te hevig dan zal het kind willen bewegen/wiebelen. Hierdoor geeft het lichaam van het kind aan dat er ontlading plaats moet vinden. Wanneer kinderen hiertoe niet in de gelegenheid gesteld worden, zullen ze steeds onrustiger worden, zich minder gaan concentreren en onbewust op zoek gaan naar andere manieren om zich te ontdoen van deze emoties/energieën.
Wanneer je hier als ouder en/of leerkracht bekend mee bent, zal dit een hoop onrust schelen. Las af en toe een beweeg- of looppauze in, geef deze kinderen tussendoor een opdrachtje waarmee ze zich kunnen bewegen en laat ze hun werkjes staand maken zodat zij hun batterij weer kunnen ontladen.
Hoe help je je kind wanneer het onrustig is?
– Allereerst werkt het wanneer je je kind even laat bewegen zoals hierboven beschreven. Benoem hierbij wel wat je ziet bij je kind: ‘ik zie dat je onrustig bent want ik zie je wiebelen op je billen of ik zie je constant opstaan van je plaats’. Door dit te benoemen maak je je kind bewust wat er op dat moment gebeurt bij het kind en is het in staat hier iets mee te doen of uit te stellen wanneer nodig.
Wanneer dit niet mogelijk is, is het goed je kind te leren hoe hij/zij zelf zijn/haar batterij kan legen en weer kan opladen met kalme en rustige energie.
Dit doe je met de volgende visualisatie/meditatie:
Benoem wat je ziet bij je kind. Door dit te benoemen maak je je kind bewust wat er op dat moment bij hem/haar gebeurt en is het in staat hier iets mee te doen of uit te stellen wanneer nodig.
– Vraag je kind zijn/haar voeten plat op de grond te zetten en rechtop te gaan zitten
– Vraag je kind zijn/haar ogen te sluiten
– Vraag je kind zich onderaan zijn/haar voeten luikjes voor te stellen
– Vraag je kind deze luikjes open te zetten en alle onrust via deze luikjes uit het lichaam in de aarde te laten stromen
– Wanneer alles is weggestroomd in de aarde, vraag je je kind zich wit licht voor te stellen welke vanuit de aarde via de luikjes zijn/haar voeten en zijn/haar lichaam in stroomt.
– Laat je kind zich helemaal opvullen met dit witte licht
– Wanneer je kind zich weer kalm en rustig voelt, vraag je hem/haar de luikjes onderaan zijn/haar voeten op een kiertje te zetten zodat er tussendoor ook energie kan wegvloeien en weer aangevuld kan worden.
Deze oefening is ook raadzaam om de dag mee af te sluiten, dus voor het slapen gaan. Alleen dan benoem je niet wat je ziet bij je kind maar vertel jij je kind dat jullie de batterij ontladen en weer opladen zodat je kind in alle rust kan gaan slapen.
In het boek ‘Wiebelen en friemelen in de klas van Carmen Lamp & Monique Thoonsen’ lees je nog meer mogelijke oorzaken van wiebelen en friemelen in de klas.